Mijn naam is Leon, en al sinds jaar en dag in het bezit van een LJ-80. Nou ja, LJ-80: wat er nog van over is. Auto werd door Pa gekocht, ik vermoed ergens in 1988 of zo. Beestje had goed afgezien, en dat werd bij ons op de boerderij niet beter.
Tenminste, qua werk dan toch. Ze trok in de zomerdag nogal eens de regenhaspel van de ene plek naar de andere. En dat ding moet zowat 5 ton gewogen hebben. Maar, het werk was dan zwaar (soms) het onderhoud was goed. Elk jaar andere olie in motor, bak en assen. Dat gebeurde bij de trekkers, dus ook bij het kleinste trekkertje. UTTO olie, het ging overal in.
De Suzuki stierf. Tenminste, achter in een weiland, moet half jaren 90 zijn geweest, werd ze eens neergezet. De okergele stalen dichte carrosserie verkleurde verder naar bruin, totdat deze onzichtbaar werd. Ergens in 2004 heb ik me over het beestje ontfermt. Nou ja, ontfermt.. ik heb de carrosserie met een paar tangen van het chassis af gehaald en wat er nog over was, met de trekker platgereden. Oud ijzer. Restauratie was geen optie; het gehele pakketje staalplaat, spatborden, motorkap, deuren, dak, achterdeur... het woog nog 21 kg. De rest was echt weggerot.
Sindsdien ligt er bij mij in de schuur een best aardig chassis, met losse assen, losse motor en een hoop losse onderdelen. Naast de Puch Haflinger (ook in onderdelen) en een G-klasse (afgemonteerd) wacht de kleine, dappere jongedame (auto is vrouwelijk, La Voiture!

op een nieuw leven.
En dat gaat er aan komen. Wat wil het geval: ik zit een beetje in de elektrische wereld. Dus, de kleine LJ80 gaat misschien wel elektrisch worden.
Eerst maar eens hier rondneuzen.
Groeten, Leon
(Netersel, Noord Brabant)